Expert scheidt feit en fictie over ADHD: “Het is geen probleem van overprikkeling, zoals werd aangenomen. Het is andersom”


Expert scheidt feit en fictie over ADHD: “Het is geen probleem van overprikkeling, zoals werd aangenomen. Het is andersom”
Marina Danckaerts: “Noem ADHD alstublieft geen stoornis.”


Hoe je het ook draait of keert, kinderen met ADHD zijn wel degelijk gebaat bij medicatie genre rilatine. “Het risico dat kinderen anders antisociaal en zelfs crimineel gedrag gaan vertonen, is te groot”, zegt professor en ADHD-experte Marina Danckaerts (KULeuven).

“Noem ADHD alstublieft geen stoornis”, zegt Marina Danckaerts, diensthoofd kinder- en jeugdpsychiatrie in het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) van de KULeuven en experte ADHD – voluit Attention Deficit and Hyperactivity Disorder. “Een stoornis laat al te zeer uitschijnen dat ADHD een zwart-witverhaal is, dat de ene het heeft en de andere niet, terwijl het eigenlijk een dimensionaal gegeven is. We hebben het allemaal, maar bij sommigen is het in die mate aanwezig dat het storend is. Ik vergelijk het altijd met bloeddruk. Die heeft iedereen, maar het wordt pas ongezond als die te hoog. Daarom: ADHD is geen stoornis, het is een variant van het normale.”

Als we er allemaal wat van hebben, vanaf welk moment krijgt iemand dan de diagnose ADHD?
“Het is onmogelijk om het gedrag te meten, zoals dat bij bloeddruk wel kan. Daarom moeten we ons baseren op gedragsobservatie om de symptomen vast te stellen. Bij elke dimensie – aandachtsmoeilijkheden en hyperactiviteit of impulsiviteit – is er een lijst van symptomen die uiteindelijk tot een diagnose kunnen leiden. Die is dus gebaseerd op de buitenkant, op wat we zien.”

Maar waarom iemand dat gedrag vertoont, is niet vast te stellen?
“Die zoektocht is al jaren aan de gang. Waarom ontwikkelt iemand ADHD? Wat is de oorzaak? Op groepsniveau weten we dat dat voor een groot stuk genetisch gestuurd is – 75 tot 80 procent. Naast die genetische component is er een grote variatie in wat ertoe leidt dat ADHD zich ontwikkelt. Er zijn een aantal biologische elementen. Hersenschade, bijvoorbeeld door een zuurstofgebrek bij de geboorte of een ongeval. Er zijn mensen – bij wie sowieso al die genetische component aanwezig is – die zich na een ongeval veel minder goed kunnen concentreren of minder impulscontrole hebben, en daardoor de diagnose ADHD krijgen. Maar is er een hele lijst aan externe invloeden die een impact kunnen hebben.”

Welke zijn dat zoal?
“Een goed voorbeeld is een extreme opvoedingssituatie. Met de nadruk op extreem. Zoals kinderen die van kleinsaf in een instelling zijn opgegroeid. We zien niet zelden dat die last hebben met hun aandacht richten. We weten er nog altijd niet het fijne van hoe dat precies komt, omdat het achteraf niet te reconstrueren is. Maar we gaan ervan uit dat de denktaken van de hersenen, net als de sturing en managementstaken, bij hen minder goed ontwikkeld zijn op jonge leeftijd.”

LEES OOK. Volwassenen met ADHD over Rilatine: “Er zijn ook nadelen”
(lees verder onder de foto)

Marina Danckaerts: “Het is niet een probleem van overprikkeling, zoals vroeger werd aangenomen. De waarheid is net omgekeerd.”
Marina Danckaerts: “Het is niet een probleem van overprikkeling, zoals vroeger werd aangenomen. De waarheid is net omgekeerd.” — © Dirk Vertommen

Wat gebeurt dan in de hersenen van iemand met ADHD?
“Bepaalde processen – sturingsprocessen – lopen minder goed dan het gemiddelde. (met nadruk) Mínder goed. Om bij het voorbeeld van kinderen in een extreme opvoedingssituatie te blijven: zoals bij elke andere hersenfunctie moeten die processen van kleinsaf groeien en geoefend worden. Als daar op jonge leeftijd stukjes van worden gemist, is de verdere opbouw ook wat gehypothekeerd. We stellen dus vast dat ADHD een tekortschieten is van de managementfunctie van het hersenen. Of van de motivatiesturing bij een andere variant. Allemaal typische functies van de voorkwab van de hersenen, het deel van het brein dat je in staat stelt om een overzicht te hebben van wat je doet, dat je nadenkt, focust, iets planmatig aanpakt. Dat je dingen kan bedenken en plannen. Vandaar dat mensen met ADHD zich moeilijk kunnen concentreren en hun aandacht richten. Dat heeft helemaal niks te maken met intelligentie.”

Met andere woorden: iemand met ADHD kan er helemaal niks aan doen dat ie zit te dagdromen of springt van het een op het ander?
(knikt) “Dat is zelfs objectief gemeten. Als een kind een tekst moet lezen en vervolgens vragen over die tekst moet oplossen, stellen we vast dat die informatie een zwakker hersensignaal teweegbrengt bij iemand met ADHD. Met andere woorden: de activiteit in de hersenen die door informatie in gang wordt gezet, is minder krachtig, waardoor die informatie minder impact heeft.”

“Dat betekent ook dat er minder kracht is om andere stimuli – die misschien leuker zijn, of interessanter, of verrassend – tegen te houden. Iemand met ADHD wordt dus sneller afgeleid. Het is niet een probleem van overprikkeling, zoals vroeger werd aangenomen. De waarheid is omgekeerd. In se worden de hersenen van iemand met ADHD ondergestimuleerd. Het signaal dat processen in gang zet komt in de hersenen minder goed door. Onze hersencellen communiceren via synapsen en neurotransmitters met elkaar. Bij ADHD is er te weinig overdracht tussen die synapsen.”

Kan die overdracht op de een of andere manier verbeterd worden?
“Dat kan. Met medicatie. Stimulantia die zorgen voor meer overdrachtsstoffen in de hersenen.”

Rilatine?
“Wij gebruiken die naam liever niet, maar houden het bij methylfenidaat, de stofnaam. Die stimulantia werken goed. Ouders zeggen me dat dikwijls. Dat hun kind maandenlang met huiswerk zit te ploeteren, maar na die medicatie geen probleem meer heeft.”

Marina Danckaerts
ADHD-experte
“ADHD hypothekeert de toekomst van kinderen op heel veel verschillende vlakken zodanig, dat het niet goedaardig kan worden genoemd”
Een onderzoek van CM over het gebruik van rilatine deed onlangs behoorlijk wat stof opwaaien. Het aantal kinderen dat rilatine krijgt, is in tien jaar tijd met 20 procent gestegen. Bij meisjes is die toename het sterkst. Moeten we ons daar zorgen over maken?
“Gemiddeld gaat het om 2,4 procent van de jongeren. Op zich is dat niet alarmerend. De prevalentie van ADHD bij ons is ongeveer 5 procent – dat is al jaren zo, net zoals in de rest van de wereld. Als 2,4 procent daarvan medicatie neemt, zit je nog altijd onder de helft van de kinderen met een potentiële diagnose.”

“Maar ik begrijp de bezorgdheid wel. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, zijn wij heel terughoudend wat kinderen en medicatie betreft. En vooral als het gaat over het beïnvloeden van gedrag en cognitie. Terecht. Maar cognitie is niet de voornaamste reden waarom we ADHD zijn gaan behandelen. Het lijkt alsof het de bedoeling was om kinderen betere schoolresultaten te laten behalen, maar dat is niet zo.”

LEES OOK. Vooral meisjes en kinderen die in het najaar geboren zijn, krijgen vaker rilatine: “Er loopt iets fout met de manier waarop ADHD wordt behandeld”
Wat was dan wel de reden om kinderen met ADHD medicatie te geven?
“In de jaren 80 en 90 zijn er heel veel opvolgingsstudies geweest waarbij grote groepen kinderen met ADHD werden vergeleken met kinderen zonder ADHD. Daar is uitgekomen dat ADHD de toekomst van die kinderen op heel veel verschillende vlakken zodanig hypothekeert, dat het niet goedaardig kan worden genoemd.”

Hoe bedoelt u?
“Op het vlak van studeren bijvoorbeeld. Voor kinderen met eenzelfde IQ en eenzelfde thuissituatie halen die met ADHD een diploma dat fors lager is. De ontwikkeling van gedragsproblemen bij kinderen met ADHD is dan weer veel hoger. Met gedragsproblemen bedoel ik: agressief gedrag, antisociaal, anti-autoritair, tegen de maatschappij. Dat proces vindt al plaats tussen 6 en 12 jaar. Meer dan de helft van de kinderen met gedragsproblemen heeft onderliggend ADHD. En die problemen worden door ADHD nog verder ontwikkeld. Dat uitte zich bijvoorbeeld in hogere criminaliteitscijfers in de groep met ADHD. Die antisociale ontwikkeling is wellicht de voornaamste reden geweest dat we medicatie zijn gaan gebruiken. Dat konden we onmogelijk op zijn beloop laten.”

“Bovendien merkten we bij kinderen met ADHD ook veel meer verslavingsproblematiek, veel meer depressies, angstproblemen. Meer ongevallen ook, een gevolg van hun impulsief gedrag. Er is weinig te bedenken waar kinderen met ADHD niet meer risico voor hebben.”



“Ouders zeggen me dat dikwijls: dat hun kind maandenlang met huiswerk zit te ploeteren, maar na medicatie geen probleem meer heeft.”
“Ouders zeggen me dat dikwijls: dat hun kind maandenlang met huiswerk zit te ploeteren, maar na medicatie geen probleem meer heeft.” — © Dirk Vertommen

Helpt medicatie om al die kwalijke gevolgen de kop in te drukken?
(knikt) “In Zweeds cohortonderzoek heeft men kunnen aantonen wat het effect van medicatie is bij jongeren met ADHD. Bij de groep die behandeld werd, is er 40 procent reductie van criminaliteit vastgesteld. Er waren ook veel minder verslavingen. Dat is duidelijk: het gaat beter met die kinderen nadat ze behandeld zijn.”

Rilatine en aanverwanten zijn dus wel degelijk nodig en nuttig?
“De medicatie bestaat al zestig jaar. Er zijn weinig producten die al zo lang in exact dezelfde vorm en dosering gebruikt zijn. Het heeft zijn nut bewezen, maar dat betekent niet dat we er voorzichtig mee moeten omspringen. Die medicatie is niet vrij van nevenwerkingen. Er zijn wat ongemakken. Een verminderde eetlust of problemen met het inslapen. Een aanpassing van de dosis of schuiven met het moment van inname lost dat doorgaans op. Er is ook een heel kleine kans dat het zorgt voor hartproblemen, omdat die stimulantia het hartritme wat verhogen. Er zijn wereldwijd maar zo’n paar gevallen gedocumenteerd en ik ben het in ons land nog nooit tegenkomen. Maar een nulrisico is er niet.”

Marina Danckaerts
ADHD-experte
“Hoe de omgeving omgaat met iemand met ADHD, is absoluut even belangrijk als de behandeling van het kind zelf”
Is medicatie de enige oplossing? Zijn er geen therapieën die ook heilzaam zijn?
“Er is al veel geprobeerd. Ouder- en leerkrachttrainingen hebben bewezen ook een goed effect te hebben. Vooral dan om een positieve relatie te blijven houden met een kind met ADHD. Het is niet de bedoeling dat ouders of leerkrachten de kinderen leren om zich te concentreren en stil te zitten, maar wel om tolerant en positief te blijven. Eenvoudig is dat niet. Maar het is cruciaal voor het zelfbeeld van de kinderen. Dat ze niet altijd terecht worden gewezen en zich daardoor slecht gaan voelen. Hoe de omgeving omgaat met iemand met ADHD, is absoluut even belangrijk als de behandeling van het kind zelf.”

Bij volwassenen is de prevalentie van ADHD 2,5 procent. Dat is de helft minder dan bij jongeren. Gaat het dan in veel gevallen over?
“Dat vraagstuk is nog altijd niet helemaal uitgeklaard. Het is een feit dat bijna de helft van de kinderen op het einde van de kindertijd niet meer aan de criteria voldoet. Er is onderzoek dat aantoont dat dat mooi overeenkomt met het uitrijpen van bepaalde processen in de hersenen. Maar dat gaat niet altijd op. Er is evengoed een groep die wel aan de criteria blijft voldoen, al blijft het sowieso wel afnemen met de leeftijd. Een link met de rijping van de hersenen is er dan misschien wel, maar na de leeftijd van 25, 26 jaar is die er niet meer. Waarschijnlijk heeft het dus ook te maken met de manier waarop we onze hersenen gebruiken. Jongeren leren en studeren. Dat vergt veel van de managementfuncties van ons brein. Later is die cognitieve sturing vaak minder nodig.”

Betekent het ook niet dat we misschien te veel vragen van de kinderen? Proberen we ze niet te dwangmatig in de rij te laten lopen en braaf stil te laten zitten?
“Dat is helemaal waar. Maar is het ethisch verantwoord om dat te laten doen, hen niet te behandelen als we weten dat dat leidt tot meer crimineel en antisociaal gedrag, tot een lager studieniveau? Willen we de toekomst van de kinderen hypothekeren?”

Terug

Contact

PsychO2
Prins Albertstraat 49
8800 Roeselare
051 69 57 66
info@psycho2.be

De site maakt gebruik van cookies om de gebruikerservaring te optimaliseren. Door op akkoord te klikken of verder te surfen, verklaart u zich akkoord met onze privavyverklaring en ons cookiebeleid. Meer info Akkoord